• In mei een warme regen, betekent vruchten zegen
  • Onweer in mei, maakt de boeren blij.Meikever jaar goed jaar.
  • Als het onweert in mei, valt er vaak hagel bij.
  • Is mei nat, een droge juni volgt zijn pad.
  • Als het dondert in mei, valt er dikwijls regen bij.
  • Mei koel en te nat, brengt koren in het vat.
  • Een koude maand mei, een gouden mei.
  • Avond dauw en zon in mei, is hooi met karren op de wei.
  • Is het weer in Mei te mooi, dan krijgt de schuur maar weinig hooi.
  • Een natte mei geeft boter in de wei.
  • Mei niet te koud en niet te nat, vult de schuur en ook het vat.
  • Kan vriezen in mei tot de ijsheilige voorbij zijn.
  • Een bijenzwerm in mei,is een goed teken voor de wei.
  • Mei tot jubel maand verkoren, heeft toch rijm achter de oren.
  • Het onweer in de schone mei, doet het koren bloeien op de hei.
  • Heden schupjes, morgen drupjes.
  • Als is Marmertus oud en grijs, houdt hij van vriezen en van ijs.
  • Voor ijsheilige de bloemen buiten, veelal kan je daar naar fluiten, wacht of tot ze zijn voorbij, de bloemen zijn dan blij.
  • Roept de houtduif keer op keer, dan komt er vast en zeker mooi weer.
  • Scheert de zwaluw over water en wegen, dan komt of blijft er wind en regen.
  • De zonne in de meie, zet oude lieden aan het vrijen.
  • IJsheilige hebben koude koppen.
  • Als de eikels in mei gaan bloeien, zal alles volop gaan groeien.
  • Wie nu zijn koren zaait, voelt zich later niet bekaaid.
  • Koele mei, boerengeschrei.
  • Pancras, Servaas en Bonifaas, ze geven vorst en ijs helaas.
  • Nachtvorst in mei, houdt jonge groen niet schadevrij.
  • Regen en wind in het midden van mei, maakt de boeren vast niet blij.
  • Als de Bij naar huis toe vlucht, zit er regen in de lucht.
  • Mei regen op het zaad, is goud op de plaat.
  • Hoe meer onweer in mei, zoveel minder in de herfst..
  • Kamille geur in mei, brengt de zomer dichterbij.
  • In mei staat het vast, zijn vaak de en de hoed tot last.
  • Weest op uw hoede, en wacht nu wel, mei baart dikwijls kattenspel.
  • In mei nat, een droge juni volgt haar pad.
  • Mei nat, spek in het vat.
  • Onweer in mei, gras in de wei.
  • Zingt de vink vroeg in de mei morgen, dan zal die dag voor regen zorgen.
  • Avond dauw en zon in mei, hooi met karren uit de wei.
  • Krimpende wind, Stinkende wind.
  • Broedt de spreeuw vroeg in april, er is een schone mei op til.
  • Als het op Sint Filippus(1) regent, is de oost gezegend.
  • Sint Urbanus(25) en de zon,wijn in de ton.
  • Is het klaar met Petronel(31), dan meet men vlas met een el.
  • In Mei leggen alle vogels een ei.
  • In Mei komer er wat graadjes bij.
  • In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek en de griet, die leggen in de meimaand niet.
  • Als het dondert in mei, valt er dikwijls hagel bij.
  • Een mei keverjaar is een goed jaar.
  • Is het weer in mei te mooi, ziet men maar weinig hooi.
  • Met de maand van mei blijft geen koebeest uit de wei.
  • Als mei de wei laat verwelken, ziet ge de boer met een vingerhoed melken.
  • Mei koel en nat, vreet paard en koe zich zat.
  • Mei tot jubel maand verkoren, heeft toch soms rijm achter de oren.
  • Als de koeien tesamen loeien, is er onweer aan het broeien.
  • De mei is nog wel eens stout en maakt de lente graag eens koud.
  • Krassen kraai en raaf verbolgen, weldra zal er regen volgen.
  • Het is een wenk, lang verjaard, maar het vriest even vaak in mei als in de maart.
  • Het kan vriezen in de mei, tot de ijsheiligen zijn voorbij.
  • Is de mei een hovenier, de boer heeft dan plezier.
  • Koele mei, en dat is regel, brengt werk voor zeis en vlegel.
  • Zwaluw onder dak, geld in de zak.
  • Kruipen de padden uit hun hol, dan schieten de luchten vol en krijgt u regen op uw bol.
  • Mei koel, juni nat,dat is een grote schat.
  • Zeevogeld op de bouw, het weer blijft getrouw.
  • Men kan de lente niet als een hond aan een paal binden.
  • Einde mei is staartje winter.
  • Als eind mei de eikels bloeien, zal daar een vet jaar uit groeien.
  • Kraait de haan tot in de nacht, dan wordt ander weer verwacht